Jarenlang is er al ‘gedoe’ rondom camping Anloo. Volgens de gemeente is er sprake van illegale permanente bewoning en nu ook van gevaarlijke situaties. Vanwege de laatste reden wordt donderdag 30 januari de stroom afgesloten.
Samen met een aantal collega’s ben ik al vroeg op de camping. Bij de ingang staan al of niet permanente bewoners te wachten. Sommigen praten graag, anderen juist niet. Een vrouw zegt de hele nacht niet te hebben geslapen.
De camping is failliet verklaard en sommige aansluitingen op het electriciteitsnet zouden niet veilig zijn. Het lijkt alsof een aantal dingen samenvalt. “Het komt de gemeente wel goed uit, nu kunnen ze eindelijk eens doorpakken”, moppert een man.
Want inderdaad, het aanpakken van illegale permanente bewoning speelt al jaren, niet alleen in Aa en Hunze. Mijn ervaring is dat gemeenten vaak hard blaffen, maar niet altijd doorbijten.
Slachtoffer
Intussen ontmoet ik Willem, een man die tot een andere categorie bewoners behoort. Hij heeft een eigen stacaravan, op eigen grond. Heeft niet zijn staanplaats voor een jaar betaald. Net zoals hij altijd braaf voor zijn stroom en gas heeft afgerekend. Ook hij is als recreant slachtoffer van de gang van zaken.
Willem geeft een kleine rondleiding, wijst op de verloedering die volgens hem breed heeft toegeslagen op de camping. Jammer, vindt hij. Z’n eigen domein blijkt een baken van netheid. Maar zonder stroom is er natuurlijk weinig aan. Het blijft vreemd, hij doet niets verkeerd, maar heeft toch te maken met de overlast van de (collectieve) afsluiting.
Intussen schuimen de eerste potentiële gegadigden al over de camping. Zou de nieuwe eigenaar er tussen zitten? Willem hoopt van wel. “Hopelijk komt er snel een nieuwe eigenaar en kunnen we dit achter ons laten.” Willem besluit uit voorzorg ook maar zijn gaskraan dicht te draaien. “Je weet maar nooit.” Hij werpt nog een blik op zijn televisie in de caravan. “Hopelijk kan die tegen een beetje vocht. Het is wachten op betere tijden.”